Onderstaand zie je de Italiaanse woorden en zinnetjes om een ander te begroeten.

  Salutare Begroeten
  Ciao / Salve Hallo
  Buon giorno / Buongiorno Goedendag, goedemorgen
  Buonasera Goedemiddag, goedenavond
  Buonanotte Goedenacht, welterusten
  Buongiorno tutti! Goedemorgen iedereen!
  Ciao / Salve Daag
  Arrivederci / A dopo / A più tardi Tot ziens, tot later
  A presto Tot gauw, tot snel
  Come Sta/stai? Hoe gaat het met u/jou?
  Tutto a posto? Va bene? Hoe gaat het? Alles goed?
  Molto bene, grazie Erg goed, dank u
  Abbastanza bene Redelijk goed
  Abbastanza bene Het gaat wel
  Va male Slecht
  Che bello Wat goed zeg!
  Senta! / Ascolta! Luister!
  Introduzione Voorstellen
  Come si chiama? Hoe heet u?
  Mi chiamo Toni Ik heet Toni
  Sono Toni Ik ben Toni
  Lei si chiama Ana Zij heet Ana
  Lui si chiama Giovanni Hij heet Giovanni
  Questa e Julia Dit is Julia
  Questo e Giovanni Dit is Giovanni
  Piacere Aangenaam
  Lieto di conoscerla Aangenaam kennis te maken